woensdag 28 januari 2015

14. Kunst tussen muren en op straat


Artistiek vakmanschap
in Chelsea wooncomplex
Veel bouwwerken in New York en zeker wolkenkrabbers  beschouw ik als kunstwerken  van niveau. Ze zijn te beschouwen als kunst op straat die uitdrukking geven aan de hoge ambities van het zakenleven in de stad en de artisticiteit van de bouwwereld, van werkers in de bouw tot ontwerpers. Metselwerk aan veel lagere appartementsgebouwen is fraai en met vakmanschap uitgevoerd, ik moet hierbij denken aan de Amsterdamse School en Berlage, die het beste uit vaklieden wisten te halen. Maar uiteraard is er veel kunst binnen muren te bewonderen, niet alleen in musea maar evenzeer in publieke gebouwen, winkels, restaurants, kantoren van grote ondernemingen, hotels en kerken. De museale kunst is ruim bemeten op de Museum Mile van Fith Avenue in zeker tien musea, maar ook daarbuiten. 


Erfenis van Europa en antieke wereld
Die musea laten enorm veel Europese kunst zien, veel oudheden ook van overal ter wereld. Het is door rijke industriëlen opgekocht eerst voor privé collecties en later in musea ondergebracht. Kunst verbindt mensen met hun wortels, en het ligt dus voor de hand de Europese en antieke kunst en artefacten zo’n groot aandeel hebben in die collecties. Des te opvallender is het dat de autochtoon Amerikaanse bevolking, die we Indianen noemen, zo karig bedeeld is, dat de vraag opkomt of dit uit schaamte is omdat die cultuur in de 19e eeuw zo goed als vernietigd of ten onder gegaan is? Op sommige plaatsen, zoals in het US Custom House in Lower Manhattan vind je nog een kleine collectie, zoals ook in het Metropolitan.
Apache kunst van Bob Haozen: Sleeping man 1971


Amerikaans hoogtepunt  in de schilderkunst
Willem de Kooning, 
Woman 1944
Mark Rothko, nr. 10, 1950
Bij  eerdere bezoeken hebben we het Guggenheim bezocht, mede om de architectuur van het gebouw van Frank Lloyd Wright. Nu kiezen we voor het Metropolitan Museum en Moma.  Zelf wil ik graag moderne kunst vanaf 1880 zien, vooral van Europese kunstenaars. Ook een aantal hoogtepunten uit de 16e en17e eeuw, en daarnaast de afdeling Americana staan op mijn agenda. In dit enorme museum is een selectie gewenst, anders verzuip je in de hoeveelheid. Bij moderne kunst kom ik eigenlijk voor het eerste in aanraking met Amerikaanse kunstenaars vanaf 1950: Barnett NewmanJackson PollockRoy LichtensteinMark Rothko en Willem de Kooning. De laatste is geboren Rotterdammer, maar heeft zich sterk ontwikkeld in de USA. Ook in het Moma kom ik hun werk tegen. Dat museum focust uiteraard op de moderne kunst. Ik ben met name geraakt door het werk van de Kooning, prachtig zijn de schilderijen van vrouwen, wier lichamen als het ware uiteenvallen, of kun je zeggen bij elkaar geraapt? Het brengt  je
Jackson Pollock: One, nr. 31, 1950
bij de kwetsbaarheid van het mens-zijn. Van het werk van Barnett Newman en Rothko ga ik begrijpen dat je die grote doeken van meestal een of twee hoofdkleuren van heel dichtbij moet zien, zodat je je erdoor omgeven voelt. Ook de textuur komt dan scherp op je af. En je krijgt meer gevoel voor de intensiteit van het schilderij.  Het wordt me ook duidelijk dat Amerikaanse moderne kunstenaars zich steeds meer 
ontworstelen aan de Europese stijlen en voor hun eigen expressie gaan.



Ruysdaal: Korenveld
El Greco: Gezicht op Toledo
      Het Metropolitan Museum bezit veel Europese kunst uit de 16e en 17e eeuw. Met name de Nederlandse schilderijen zij n ruim vertegenwoordigd: Rembrandt, Jan Steen, Frans hals en Ruysdaal. Ook Spaanse en Italiaanse meester zijn goed vertegenwoordigd. De Frick Collectie, eveneens op de mile, bezit eveneens een grote collectie antieke meesters. In de eerste maande van 2015 zijn/waren diverse topstukken uit deze collectie in het Mauritshuis te zien.                        

Leven in Amerika verbeeld
Georgia O'Keeffe: Gray Tree
John Steuart Curry: Wisconsin
Landscape
De afdeling Americana boeit me zeer. Ik zie hier historische doeken van John Trumbull , hèt portret van George Washington en enkele scenes uit de strijd om de vrijheid, ook portretten van andere grootheden uit die tijd. Boeiend vind ik vooral de werken uit de 19e eeuw die scenes uit het dagelijks 

Ernest Lawson: Harlem River
leven of landschappen afbeelden, niet zozeer om hun artisticiteit, maar vooral om de voorstelling en het beeld van tijd en plaats, ook al is dat soms met een geromantiseerd vernis. Daaronder was een doek dat een noordooster storm aan de kust van Maine weergeeft en een schilderij van Marsden Hartley over kreeftvissers, in dezelfde staat. Van dezelfde schilder het werk  Provincetown houses, in de omgeving van Cape Cod. En van New York beelden van de verdwenen volkswijk Five Points en van een verhuizing, bij uitstek sociale onderwerpen. George Hassam raakte mij met een prachtige tuin in zomertooi op Long Island in de stijl van Monet,  Georgia O’Keeffe met de gestileerde Grey
Tree en Ernest Lawson schilderde de brug over de Harlem River. En Joseph Stella trof mij
Joseph Stella: Coney Islands
met zijn ronde schilderij  Coney Island. De met name genoemde doeken worden gerekend tot de moderne Amerikaanse schilderkunst .In het Moma vallen vier doeken op, strategisch neergehangen als je uit de lift komt: van Charles Sheeler: Bucks County Barn uit 1932, van Edward Hopper: Houses by the Railroad uit 1925, van Georgia O’Keeffe: Farmhouse Window uit 1929 en van Andrew Wyeth: Christina’s World uit 1948. Bij elkaar geven ze een inkijk in dit tijdvak in ruraal Amerika.


Charles Sheeler: Bucks County Barn

  Ruimtelijke kunst aan de Hudson
Dan Flavin: Licht sculptuur
Twee grote musea, aangevuld met een tripje naar Dia: Beacon. Ruim 50 mijl ten Noorden van Manhattan is in het stadje Beacon aan de Hudson een voormalige fabriek heel mooi ingericht tot een soort Kunsthal, waar belangrijke kunstenaars exposities kunnen inrichten. De fabriekshallen zijn van zichzelf al bijna een kunstwerk. De eerste aanblik geldt een grote conceptuele opstelling van rechthoekige houtblokken en betonnen paaltjes in allerlei formaties. Het gaat om een expositie van Carl Andre: Sculpture as Place, 1958-2010. Het is bijzonder ruimtelijk werk, op mij komt het meer over als design en architectuur. Van Ben krijgen we enige uitleg van het begrip conceptuele kunst. Voor hem is het allemaal wat bedacht. Grappig: een week na terugkeer zie ik een werk van dezelfde kunstenaar in het Gemeentemuseum in Den Haag, van dezelfde houtblokken, maar opgesteld in een veel kleinere ruimte, waar het niet overkomt. Ik ben gebiologeerd door enkele lichtkunstwerken van Dan Flavin, die vooral van een afstand iets mystieks oproepen. Heel bijzonder vind ik een viertal grote roestkleurige cilinderachtige stellages van Richard Serra, waar je naar binnen gaat als in een scheepsruim, en geconfronteerd
Louise Bourgeois: Spin
wordt met smalle en bredere doorgangen, soms vallen ze op je, soms openen ze zich naar boven, met wisselende invallen van licht en donker. Een soort van labyrint dat je moet ondergaan. Van Chamberlain zijn er een aantal popart –achtige installaties van kleurige autowrakken, staand en hangend. Een beetje gedateerd, maar ook kwam ik ook werk van dezelfde kunstenaar tegen in Metropolitan Museum. Anneke en Ben zijn onder de indruk van de keramiek van Louise Bourgeois, ik minder.De grote spin vind ik wel bijzonder net als zij.  Mooi zijn ook de buitenruimtes en terrassen rondom, waar we een poosje uitkijken over de Hudson. Een rustgevende dag tussendoor in alle hectiek van de metropool.
Zie ook:  dias beacons

                                                                                                
Hectiek van de Middeleeuwen
Rust in de Cloisters
De zondagmiddag daarvoor hadden we ook als rustmoment willen benutten met een bezoek aan de tuinen van de Cloisters, de afdeling middeleeuwse kunst van het Metropolitan, niet zozeer vanwege de beelden en schilderijen, maar vanwege de mooie aanleg en uitzichten over de Hudson. De Cloisters zijn gesitueerd op een heuveltop in het Noorden van Manhattan in het Fort Tryon Park, en zijn opgebouwd uit bouwmaterialen van voormalige Europese kloosters, in de jaren van de grote crisis hierheen verscheept op last van grote verzamelaars als John Rockefeller.  Maar je kunt heel goed zien dat het nieuwe gebouwen zijn, en staat kaarsrecht in het lood. Toch is een sfeervol geheel van zalen, kapellen en binnenhoven gecreëerd, waar de kunstwerken goed tot hun recht komen. We waren niet van plan de om de collectie uitvoerig te bekijken. maar  rustig genieten in de kloosterhof was ook niet echt mogelijk vanwege de hordes New Yorkers die waren afgekomen op het Medieval Festival dat juist deze dagen zijn tenten hier had opgeslagen; het wist boogschutters, pages en ridders, heksen en monniken in groten getale aan te trekken. En veel festivalgangers benutten de gelegenheid om een blik op kunst te werpen. Ik vermoed dat er dan ook sprake was van een stunt van het museum dat blijkbaar niet bekend genoeg is. Als je onderweg de weg vroeg, bleken veel ordebewakers en stewards niet te weten waar het is…
Plafond van Grand Central

                                                                                               
Kunst op straat
Naast kunst binnen muren is er ook veel op straat te bewonderen. Neem alleen graffiti die voor veel kleurrijke accenten zorgt.  Pleinen en parken worden vaak gesierd  
Tony Cragg: Walks of Life
met monumenten en standbeelden, het meer klassieke werk. Doorgaans is de kwaliteit hoog. Daarnaast toch vaak moderne kunstwerken, en altijd wel een bruisende fontein. Op Madison Square werd mijn oog getrokken naar goudkleurige sculpturen die als bogen naar de aarde nijgen, en daardoor tegenwicht bieden aan de eveneens goudkleurige koepels, bollen en piramides die op een aantal wolkenkrabbers naar de hemel wijzen. Achteraf bleek mij dat er wisselende exposities zijn van beeldende kunstenaars, dit keer van Tony Cragg metTony Walks of Life.  Op Bowling Green, aan het begin van Broadway, tref je de Charging Bull of Razende Stier aan van Arturo di Modica als symbool van geldbelustheid
Arturo di Modica: Charging Bull
van de zakenlieden op Wall Street, een herinnering aan de beurs crash van 1989. Cultuur is ook veel op straat en in parken te beleven. Muzikanten en bandjes spelen of zingen, dans en acts zijn ook vaak te zien. Theatervoorstellingen en concerten zijn er meer dan overvloedig, helaas zijn we er niet aan toegekomen, maar dat is natuurlijk ook een keuze. In 1971 kon ik nog wel tamelijk gemakkelijk aan kaartjes komen voor een afgeprijsde voorstelling bij het TKTS, nu was dat gezien de lange rij wachtenden ook al geen gemakkelijke optie. Maar er is natuurlijk ook veel moois te zien “off Broadway” en dan ook beter betaalbaar. Ben ging naar zo’n voorstelling, wij haakten af omdat de jetlag van de heenreis ons op de tweede dag parten speelde.
Middagconcert  High Line

Geen opmerkingen:

Een reactie posten